Akoestiek in sporthal vaak om te huilen

Gehoorschade sportleraren serieus probleem Akoestiek in sporthal vaak om te huilen Goede akoestiek in een sportaccomodatie is geen overbodige luxe. Onderzoek leert dat veel sportprofessionals mentale en fysieke klachten oplopen wegens slechte akoestiek. Investering in geluidsabsorberende plafond- en wandbekleding kan uitkomst bieden. De gevolgen van ondermaatse akoestiek in sporthallen en gymzalen zijn nog niet heel lang bekend. Sinds een jaar of tien staat het onderwerp in de belangstelling van onder meer de Koninklijke Vereniging voor leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO). Deze kwam in 2010 met een onderzoek naar de akoestiek in sportaccommodaties. Uit de enquête bleek dat sportleraren vaak te kampen hebben met slechte akoestiek in gymzalen, met gehoorschade, verstaanbaarheidsklachten, stemproblemen, oververmoeidheid en stress tot gevolg.

Akoestische nachtmerrie

Het gemiddelde geluidsniveau in een sporthal mag maximaal 80 dB bedragen, conform het Arbobesluit van 2006. Deze norm wordt echter geregeld overschreden. Spreken met stemverheffing, fluiten of het geschreeuw van kinderen kan de teller doen uitslaan, maar vaak is ook het gestuiter van een basketbal al genoeg. Geen wonder ook, de hoge en vaak vrij lege zalen zijn een akoestische nachtmerrie. Lawaai en galm hebben vrij spel.

 

Absorberende bekleding

Geluidsabsorberende plafond- en wandbekleding kan veel goedmaken. Volledige bekleding van het plafond is een effectieve maatregel. Een lange nagalm kan ook worden tegengegaan door minimaal één kopse wand van onder tot boven te bekleden. De keuze van het geluidsabsorberend materiaal is belangrijk. Let erop dat ook het laagfrequente geluid (tussen de 125 en 250 Hz) voldoende wordt geabsorbeerd.

Bron: Jeroen Vugts: ‘Norm voor akoestiek in sportaccommodaties, problematiek schreeuwt om geluidsabsorptie’, Bouwwereld, nr. 8, 2007